2. Wissesdwinger
3. Tournooiveld
4. Oldehoofsterdwinger
5. Hoekstepoortdwinger
6. Wirdumerpoortsdwinger
7. Lievevrouwenpoortsdwinger
8. Verlaatsdwinger
9. Oldehoofsterkerkhof
12. Van Sminiahuis
13. Tuin van der Veen jr.
14. Tuin Cats
15. Tuin Oosting
16. Tuin van der Veen
17. Tuin Burmaniahuis
18. Kanselarij
20. Huizum
21. Abbingastate
Belangrijk voor de ontwikkeling van de burgercultuur in Leeuwarden is de vestiging van het centrale bestuur en de rechtspraak in 1504. Als gevolg hiervan werd de stad de residentie van de Friese stadhouders en kwam de stad tot bloei. De adel bewoonde herenhuizen (grachtenpanden) aan de Eewal, de Grote Kerkstraat. Nieuwestad, Tweebaksmarkt, en de Weaze. Ook in de achttiende en negentiende eeuw zetelde de adel nog altijd in Leeuwarden, aangezien de stad het bestuurlijk centrum van Friesland vormde.
De stadshuizen hadden een heel ander karakter dan hun voorname buitenplaatsen, wat met name in de grootte van de tuinen tot uiting komt. We weten dat ook de tuinen van stadshuizen werden aangepast aan de nieuwe landschappelijke stijl, maar er is weinig tot niets van bewaard gebleven.
De negentiende eeuw vormt ook de periode waarin veel veranderde in de stad, als gevolg van de opkomende verstedelijking. Deze periode kent een aantal grootschalige openbaar stedelijke ingrepen, die een grote invloed hebben gehad op het aanzicht van de binnenstad. De belangrijkste ingreep was de ontmanteling van de vestingwerken in de negentiende eeuw. De vrijgekomen gronden werden gedeeltelijk heringericht als openbaar gebied. het stadsbestuur gaf Roodbaard de opdracht om delen van de nieuwe ruimte te wijzigen in landschappelijke stijl.
Behalve openbare stadsparken werden er ook nieuwe functionele werken aangelegd in een landschappelijke stijl. Voorbeelden hiervan zijn de begraafplaatsen (de Algemene Begraafplaats) en de stadsverswatervijvers.
« vorige pagina